Elzevira

Elzevira

Vogalonga

Rodo op slag 1952 bij Skadi in Rotterdam. Hier begon zijn roeicarriere. Gedurende zijn studententijd roeide hij wedstrijden en zijn eerste baan was bij een bedrijf langs de Zaan in Wormerveer. Daar pakte hij het weer op, tot ongeveer 1963 toen hij met vroew en twee dochtertjes verhuisde naar Italië. In de Oltre Pó Pavese was geen roeivereniging in de buurt. In 1971 verhuisde het gezin naar Varese aan het gelijknamige meer waar twee roeiverenigingen zijn. Daar pakte hij het weer op en bleef ononderbroken roeien tot het bittere eind. In 2015 roeide Orlando van Varese voor het laatst de Head of the River. Hierboven een roeigedicht van zijn hand. En daarboven een foto door Rodo genomen van zijn beide dochters wandelend over het Lago di Varese dat strak bevroren was in de winter van 1978.

15. mei, 2021
0

Once on a dim and dream-like shore
Half seen, half recollected,
I thought I met a human oar
Ideally perfected.

To me at least he seemed a man
Like any of our neighbours,
Formed on the self-same sort of plan
For high aquatic labours.

His simple raiment took my eyes:
No fancy duds he sported,
He had his rather lengthy thighs
Exiguously “shorted.”

A scarf about his neck he threw;
A zephyr hid his torso;
He looked as much a man as you —
Perhaps a trifle more so.

And yet I fancy you’ll agree,
When his description’s ended,
No merely mortal thing could be
So faultlessly commended.

I noted down with eager hand
The points that mark his glory;
So grant me your attention, and
I’ll set them out before ye.

His hands are ever light to catch;
Their swiftness is astounding:
No billiard ball could pass or match
The pace of their rebounding.
Then, joyfully released and gay,
And graceful as Apollo’s,
With what a fine columnar sway
His balanced body follows!

He keeps his sturdy legs applied
Just where he has been taught to,
And always moves his happy slide
Precisely as he ought to.
He owns a wealth of symmetry
Which nothing can diminish,
And strong men shout for joy to see
His wonder working finish.

He never rows his stroke in dabs —
A fatal form of sinning —
And never either catches crabs
Or misses the beginning.
Against his ship the storm winds blow,
And every lipper frets her:
He hears the cox cry, “Let her go!”
And swings and drives and lets her.

Besides, he has about his knees,
His feet, his wrists, his shoulders,
Some points which make him work with ease
And fascinate beholders.
He is, in short, impeccable,
And — this perhaps is oddest
In one who rows and looks so well —
He is supremely modest.

He always keeps his language cool,
Nor stimulates its vigour
In face of some restrictive rule
Of dietary rigour.
And when the other men annoy
With trivial reproaches,
He is the Captain’s constant joy,
The comfort of his coaches.

When grumblers call the rowing vile,
Or growl about the weather,
Our Phoenix smiles a cheerful smile
And keeps his crew together.
No “hump” is his — when everything
Looks black his zeal grows stronger,
And makes his temper, like his swing,
Proportionately longer.

One aim is his through weeks of stress: —
By each stroke rowed to aid work.
No facile sugared prettiness
Impairs his swirling blade-work.
And, oh, it makes the pulses go
A thousand to the minute
To see the man sit down and row
A ding-dong race and win it!

Such was, and is, the perfect oar,
A sort of river Prince, Sirs;
I never met the man before,
And never saw him since, Sirs.
Yet still, I think, he moves his blade,
As grand in style, or grander,
As Captain of some Happy-Shade
Elysian Leander.

from: The Complete Oar by R.C. Lehmann.
second edition, Methuen & Co. Ltd, London 1919

Dit boek kocht ik in 2016 in Henley bij The Rowing Bookshop voor Rodo

R.C. Lehmann

15. mei, 2021
0

Ook op de Europese school in Varese waren er eind jaren zeventig wat oudere scholieren die auto reden of zelfs een auto hadden. Zoveel vrijheid leek mij als brommerrijder  een ongeloofelijke luxe. Je neemt vrienden mee in de auto, je gaat wanneer je maar wil naar het strandje aan het meer, je gaat in de winter elk weekend skieën in de nabijgelegen Alpen, je toert voor je lol door de bergen, echt allemaal te gek.

Een klasgenoot die ook nog handig was met motoren, reed inderdaad in een doperwt groene kever. Hij woonde het dichts bij school van ons allemaal, hij had het ook makkelijk kunnen lopen maar toch kwam hij ook wel eens met de auto. Wij klasgenoten gaapten van bewondering. Onze school was trouwens bereikbaar met een fijnmazig schoolbusnetwerk en voor wie dichtbij de stad woonde waren er ook stadsbussen. Het meest populaire was een brommer en dat mocht vanaf 14 jaar. Nederlanders droegen relatief het vaakst een helm die in die tijd al verplicht waren in Nederland. Onze Italiaanse medescholieren droegen alleen een helm op een motor boven de 50 PK (geloof ik),.    Wat we ook niet deden was op de fiets naar school. De school lag bovenop de via Montello (bergje), er bestonden geen fietspaden. Er waren wielerrenners in strakke pakjes die je vlak langs drukke autowegen zag trainen maar geen fietsers. In de winter van 1973 ten tijde van de autoloze zondagen toen werden door de Nederlanders de verstofte fietsen uit de garage gehaald en gingen we op zondag uitstapjes maken op de fiets. 

Vlak na mijn eindexamen werd ik 18 en een paar maanden later reisde ik af naar Nederland om te studeren. Bij een fietswinkel in Epse kochten we een tweedehands fiets waar ik jaren mee heb gereden in Utrecht en Den Haag. Totdat deze gestolen werd voor de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. 

In juni en juli 1980 dus de zomer tussen  eerste en tweede studiejaar,  startte ik met rijlessen in Varese.  Ik kreeg een tiental lessen van een uur of zo. Na de inschrijving kreeg je een roze blad  'il foglio rosa' een doorslag van je officiele inschrijving bij de rijschool.  En daarmee mocht je  rijden naast een ervaren chauffeur en dat was mijn vader. Mijn eerste ritjes buiten de les om waren in het weekend met de familie naar en het zwembad en zo.  In de eerste week van augustus van 1980 deed ik examen.  Het was die dag erg warm en de laatste mogelijke examendag voor de lange Italiaanse zomervakantie. Tot eind augustus ligt het openbaar leven in Italië op zijn gat. 

Het examen bestond uit de volgende onderdelen: 

Op een weg die aan twee kanten doodloopt en waar een aantal flatgebouwen aan ligt, stap ik achter het stuur. Naast me zit de rijleraar en achterin de examinator.  Iedereen verlangt naar vakantie want de hitte is best ondraaglijk.  Airconditionings waren alleen nog te vinden in luxde directieauto's. De rijlesauto was een klein fiatje.  Van het ene uiteinde van de doodlopende weg  rij ik naar de tegenovergelegen uiteinde (500 mt) en aan het einde mag ik  keren en dan terug naar de T splitsing die haaks op Viale Belforte staart. De drukke verkeersader die de Viale Belforte is mag ik vervolgens oversteken.  Het is vrij duidelijk dat ik net zo lang moet wachten totdat ik veilig kan oversteken.  Daar rijd ik weer een wij met flat in en mag ik naar links afslaan. Na weer 500 mt even keren en dan terug oversteken ter hoogte van de Viale Belforte en terug naar de punt van vertrek. Totaal afgelegde afstand? Ongeveer een kilometer. Geslaagd!  

Dit betekende een geweldige besparing van geld en tijd ten opzichte van een Nederlands rijexamen. Toch heb ik nooit gedacht dat ik slecht had leren rijden.  Ervaring deed ik op door meteen veel te rijden naast ervaren chauffeurs.  

Een eigen auto dat was natuurlijk veel te duur. Maar als ik er een had kunnen kiezen dan was het een tweedehands  Multipla taxi geweest die in de jaren zestig en zeventig  nog door de straten van Milaan reed. In de jaren zeventig waren ze trouwens geel en daarvoor waren ze geloof ik donker groen. .  Een Multipla was een soort ruimteauto avant la lettre en met zo'n onbeholpen design een parel van lelijkheid. 

Helaas is het nog steeds geen verstandig idee om te zwemmen in het zeer vervuilde Lago di Varese. Er zijn helaas nog steeds bedrijven die hun afvalwater direct in het meer lozen en er wordt door de overheid geen biet aan gedaan. Deze bioloog waarschuwt ook de roeiers die onverhoeds in het water terecht komen voor huiduitslag en zelfs maag en darm klachten als ze het water zouden inslikken. Het meer lijdt onder eutrofiëring zegt hij. Eutrofiëring van oppervlaktewater kan (blauw)algenbloei of een uitbraak van botulisme veroorzaken. In de ecologie en de limnologie wordt hiermee het verschijnsel aangeduid dat door toevoer van een overmaat aan voedingsstoffen een sterke groei en vermeerdering van bepaalde soorten optreedt, waarbij meestal de soortenrijkheid of biodiversiteit sterk afneemt.

een impressie van het meer vanuit een skiff

Nieuwe reacties

29.05 | 09:12

De complete CD Upstream of Hauschka and Rob Petit can be find on Spotify

26.07 | 14:31

fugimundi Over the Rainbow by Eric Vloeimans https://www.you...

04.10 | 20:21

Bellissima.....! Een pareltje dat ik vanavond ontdekte langs een progra...

08.08 | 23:34

in the rosy time of year, when the grass was down… making hay in th...