Elzevira

Elzevira

Water

"Hoewel we pas net aan de klim zijn begonnen, heeft de duisternis ons al ingehaald. Het maanlicht blijft achter de bladeren haken en dus zoeken we op de tast onze weg naar boven. We trekken ons omhoog aan de wortels die dwars over het pad lopen, glijden uit over de gladde, doo orde rivier geslepen stenen. Vijf kinderen op de grens van jeugd en volwassenheid, in korte broeken en verschoten t-shirts, roodbruine korsten van de zon op hun schouders.
In het bos hangt de scherpe geur van het speeksel waarmee egels zich insmeren, iets tussen peterselie en geitenkeutels in. Niemand weet waarom ze dat doen is het een verdedigingstactiek? Parfum voor de paringstijd? We horen de egels ritselen in de droge bladeren hopen onder de struiken. Het zijn toch wel egels?
Al onze zinnen beginnen met 'zullen we gewoon?', want tegen de avond overvalt ons een zucht naar spanning, een bijna fysiek hunkeren naar avontuur, alsof ons lichaam nier alleen drank en voedsel, maar ook uitdaging, risico en gevaar behoeft. We worden opgehitst door een verlangen naar meer, naar iets vreemds dat ons misschien terug kan geven wat ons de afgelopen jaren door de vingers glipte: de zin in het spel en het gemak waarmee het gespeeld wordt, een donker bospad het woongebied van onzichtbare wezens.
Van de ene op de andere dag hielden we op met verstoppertje spelen en werden we uit de toverkring van onze kinderlijke verbeelding gestoten. Voortaan moesten we elders onderdak zien te vinden. In de choreografie van het schoolplein bijvoorbeeld, waar we steeds nieuwe poses en omtrekkende bewegingen uitproberen, maar vooral in de muziek die onze verlagen van klanken voorziet en ons af en toe een paar woorden cadeau doet -so lonely- waarin we ons menen te herkennen. Het valt niet mee om de almaar groeiende afstand tot de wereld te overbruggen. We denken er ook niet veel over na, maar wel zijn we ervan overtuigd dat dit verlies alleen gecompenseerd kan worden als we een grens of een verbod overschrijden. Dat is een zekerheid die we allemaal delen. En die we later ook weer kwijt zullen raken, maar nu nog niet. Nu staan we te trappelen op de rand van het nest en schudden we de wetten, bevelen en reprimandes van ons af. We zijn klaar voor de sprong en besluiten zonder voorbehoud. Dit is niet de leeftijd om te twijfelen. (incipit van het boek p.9 en 10) "

Rivieren keren nooit terug van Joke J. Hermsen, AP 2018 (eerste druk)

29. apr, 2018
0

Etruskisch museum Cortona

11. dec, 2017
0

Glazen vaasje uit Romeinse tijd uit een crematiegraf gevonden bij de opgravingen Medel II bij Tiel.

11. dec, 2017
0

De titel van een essay in de bundel Stil de Tijd van Joke J. Hermsen.  De afgelopen twintig jaar houdt het thema me bezig. Deels omdat ik zelden op tijd ben, meestal op het nippertje of toch te laat. 

En geen idee waar het vandaan komt  dat on the edge of time leven.  Het is niet genetisch bepaald.  Misschien wel ingegoten gekregen met de Italiaanse paplepel. Italiaanse tijd is meer een indicatie dan een hard gegeven.  Scholen beginnen zoals overal ter wereld op tijd, winkels gaan dan ook open maar  het ontbreken van stiptheid is bij zakelijk afspraken geen aanleiding om te twijfelen aan iemands betrouwbaarheid. Vertrouwen win je door samen te eten en eerst te praten over van alles dat vooral niet met zaken te maken heeft. Als je stiptheid betracht zegt dat een Italiaan iets over je ernst, je bent een ernstig mens.  Italiaase tijd is rekbaarder dan Nederlandse.

Dat tijd onverbiddelijk is daar komt waarschijnlijk de weerstand voor tijd vandaan. 

Het boek van Joke Hermsen kreeg ik in handen na afloop van een Groeisessies over Time-management waar ik op het werk aan deelnam.  Bij Time-management denk ik eerst aan een keurslijf, iets dat je dus moet afwerpen.  Niet beseffend dat als je de confrontatie van de tijdslimiet uit de weg gaat dat tijd dan minder bedreigend is. 

Etruskische tijd van Hermsen speelt zich af in de zomer van 2008 en staat zoals gezegd in de bundel Stil de tijd die is verschenen in 2009. “Ik wil geen dichtgetimmerd, academisch betoog over de tijd schrijven, maar een boek maken met een meer open, meer fragmentarische structuur: een bonte verzameling van inkijkjes, ervaringen en perspectieven op de tijd.  Een stuk of 12 essays, die ieder vanuit een andere windrichting het vliedende middelpunt van mijn boek benaderen: de onbenoembare ‘andere tijd’, aldus Hermsen. 

Zaterdag 19 juli

Welke goeden of andere mysterieuze krachten er achter het zware gerommel zitten dat op dit drukkend warme namiddaguur te horen is boven het dal, ik heb geen idee, maar dreigend klinkt het wel. De Etrusken ‘lazen’ trouwens elk onweer anders; voor hen waren bliksemflitsen cryptische tekens aan de hemel, die erom vroegen ontcijferd te worden; elke donderslag of bliksemstraal had weer een andere betekenis. De onweersflitsen die ik nu boven de zuidwestelijke hemel zie, zouden uit het rijk van de aardgogen afkomstig moeten zijn, als ik de sacrale geografie uit Selma Sevenhuijsens boek De glimlach van de sirene, Reis door het Etruskisch labyrint (2008) goed begrijp.  p 116.

Sevenhuisens boek had ik al thuis al in de boekenkast staan in juli 2015 gekocht na thuiskomst van de roeivakantie over de rivier de Gudena in Denemarken.   Een kleine maand eerder roeiden we met de Makkers in Denemarken en las ik de groep na het eten steeds een passage voor uit Lighea een surrealistisch liefdesverhaal met als hoofdpersonage een sirene geschreven door Nobelprijswinnaar voor literatuur Tomasi de Lampedusa auteur van De Tijgerkat.  Het verhaal over de sirene had ik bewust gekozen. Het oorspronkelijke plan van de Makkers was geweest om ook in Kopenhagen te gaan roeien,  de stad waar Andersens Kleine Zeemeermin een landmark is.  Lighea legde de verbinding tussen de Siciliaanse Nobelprijswinnaar en de Deense sprookjesverteller die elk op eigen wijze een figuur uit de Europese volksmythologie nieuw leven hadden ingeblazen.  

En Lighea herinnerde me op haar beurt dat ik ooit ook over een zeemeermin had gelezen in Hella Haasse’s, De tuinen van Bomarzo.  

In Bomarzo staat de dubbelstaartige zeemeermin in een soort beeldtuin die we nu surrealistisch zouden noemen maar die bij de aanleg in 1515 door Prins Vicino Orsini buitengewoon zal zijn geweest. Bomarzo ligt midden in het gebied van de oude Etrusken die zich daar rond 1000 jaar voor Christus vestigden en naar men aanneemt afkomstig waren uit Klein-Azië. 

Sevenhuijsen ... raakte gefascineerd door twee belangrijke symbolen van de Etruskische cultuur: de dubbelstaartige zeemeermin en het labyrint die beiden als een intermediair tussen de goden en de mensen gezien moeten worden. (p.116)

 Ach ja het labyrint. Dat herinnert me aan de Giardino di Valsanzibio vlakbij Padova waar ik vorige zomer een paar uur doorheen wandelde voordat ik terug zou vliegen naar huis.  

 De zeemeermin verbeeldt zowel de onderwereld van de wateren, waaruit de mens geboren wordt, als de goddelijke wereld, waar de mens, mits hij een goed leven heeft geleid, na zijn dood terechtkomt. 

Het labyrint, dat vaak als symbool op zuilen en grafschilderingen voorkomt maar ook letterlijk in een patroon van ‘holle wegen’ (Via Cava) uit de rotsen werd gehouwen, was voor de Etrusken een soort meditatieoefening om de weg naar het innerlijk af te leggen, die verbonden was met de heilige wereld. Het volgen van het labyrintisch patroon was dus eigenlijk een soort ‘thymotische’ praktijk, zou je met Plato kunnen zeggen; de weg naar het innerlijk was dezelfde als die naar de eeuwige en heilige. 

Tijd verstrijkt. Een paar jaar geleden kreeg ik een lieve vriend die een stuk ouder is de dichtbundel  Tijd is niks. Plaats bestaat. Fietsen langs gedichten op de Zuidwestelijke Veluwe een uitgave van Natuurmonumenten.

De titel is een verwijzing naar het gedicht Ginkelse heide bij Ede van Ida Gerhard.  Klik op de link en luister hier naar haar Ida Gerhards voordracht. 

 Tijd is niks. 

EL SUR

Desde uno de tus patios haber mirado
las antiguas estrellas,
desde el banco de
la sombra haber mirado
esas luces dispersas
que mi ignorancia no ha aprendido a nombrar
ni a ordenar en constelaciones,
haber sentido el círculo del agua
en el secreto aljibe,
el olor del jazmín y la madreselva,
el silencio del pájaro dormido,
el arco del zaguán, la humedad
-esas cosas, acaso, son el poema.

Jorge Luis Borges

22. jul, 2015
0

Nieuwe reacties

29.05 | 09:12

De complete CD Upstream of Hauschka and Rob Petit can be find on Spotify

26.07 | 14:31

fugimundi Over the Rainbow by Eric Vloeimans https://www.you...

04.10 | 20:21

Bellissima.....! Een pareltje dat ik vanavond ontdekte langs een progra...

08.08 | 23:34

in the rosy time of year, when the grass was down… making hay in th...