Cuatro cosas tiene el hombre
que no sirven en la mar:
ancia, gobernalle y remos,
y miedo de naufragar.
Antonio Machado (1875-1939)
Proverbios Y cantares - XlVII
Mensen bezitten vier dingen
die op zee nergens goed voor zijn:
anker, roer en riemen
en angst om ten onder te gaan.
vertaling uit het Spaans: Kathinka van Dorp uit
'De zee de zee' Gedichten uit de hele wereld. Verzameld door Kathinka van Dorp.
Van Gennep Amsterdam 1998
Het gedicht Ithaka, van K.P. Kavafis, Griekse dichter
ITHAKA
Als je de tocht aanvaardt naar Ithaka,
wens dat de weg dan lang mag zijn,
vol wederwaardigheden, vol belevenissen.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woedende Poseidon hoef je niet te vrezen,
zulke ontmoetingen zul je nooit hebben op je weg
wanneer je denken verheven blijft, verfijnd
de emotie die je hart en lijf beroert.
De Kyklopen en de Laistrygonen,
de woeste Poseidon zul je niet tegen komen
wanneer je ze niet in je eigen geest meedraagt,
wanneer je geest hun geen gestalte voor je geeft.
Wens dat de weg dan lang mag zijn:
dat er veel zomermorgens mogen komen
waarop je heel dankbaar, heel blij
onbekende havens zult binnen varen,
dat je mag pleisteren in Fenicische handelssteden
om mooie dingen aan te schaffen
van parelmoer, koraal, barnsteen en ebbenhout,
en opwindende geurstoffen van alle soorten,
opwindende geurstoffen zoveel je krijgen kunt;
dat je talrijke steden in Egypte aan mag doen
om veel, heel veel van de geleerden op te steken.
Blijf wel altijd denken aan Ithaka,
Daar aan te komen is je doel.
Maar overhaast de reis in geen geval.
't Is beter dat die vele jaren duurt en
je pas als oude man bij het eiland afmeert,
rijk door wat je onderweg verwierf
zonder verwachtingen dat Ithaka je rijkdom schenken zal.
Ithaka schonk je de mooie reis,
Bestond het niet, dan was je nooit vertrokken.
Maar méér heeft het niet te bieden.
En vind je het armzalig, Ithaka bedroog je niet,
Zo wijs geworden, met zo veel ervaring
heb je al wel door waar Ithaka's voor staan.
Vertaling: Hans Warren en Mario Molengraaf.
Uit: De zee, de zee (gedichten uit de hele wereld)
Verzameld door Kathinka van Dorp
Van Gennep Amsterdam 1998.
Icarus heeft zich zelf te gronden gericht, hij vloog te hoog, zijn vleugels waren van was. Op de achtergrond de tempel van de Concordia. Tempelvallei nabij Agrigento, Sicilië februari 2013.
Op de eerste verdieping rechter raam: A room with a view on Lago di Varese, Monte Rosa, Alpi.
Dat watersport een vast onderdeel van mijn leven is geworden, heeft een beetje met toeval te maken, maar
vanuit een nature en nurture interpretatie van het leven. Dat ik een eerste bootreis maakte in de baarmoeder tussen Den Helder en Texel
kan toeval zijn geweest maar niet dat ik ben geboren in Den Helder. Mijn vader was ten tijde van de conceptie marine officier en had voor zijn diensplicht gekozen
Tijdens zijn studententijd had hij wedstrijden geroeid en het lag dus wel voor de hand dat hij koos voor diestplicht op het water boven lucht- of landmacht.
Zijn X-chromosoom was in rechte lijn afkomstig van zijn Scheveningse moeder, en het mag genoegzaam bekend zijn dat Scheveningse vrouwen een dominant gen voor
Wat betreft het toeval, dat kwam van tijd tot tijd om de hoek kijken want voor mijn tweede jaar namen mijn ouders me mee de Zaan op in een wherry.
Mijn vader roeide en ik zat veilig op schoot bij moeders ingepakt in een enorm zwemvest .
Rond mijn tweede jaar verhuisden het gezin naar het Oltrepó Pavese, de streek in Lombardije die begrensd wordt door de Pó in het oosten en de Appennijnen in het westen. Ons huis was gebouwd op de eerste heuvelrij die de Povlakte begrensd. 's Zomers gingen we wel eens naar het Lido van Pavia om pootje te baaien langs de oevers van de Pó. Ik zal een jaar of zes zijn geweest toen we 's zomers bijna dagelijks naar het zwembad gingen waar mijn zusje en ik zwemles kregen en ons A-diploma haalden.
Eerst moest moeder de 'bagnino' instrueren over de Nederlandse diploma-eisen namelijk 100 mt. schoolslag, 100 mt rugslag, onder water zwemmen, watertrappelen. De badman was in het dagelijks leven marktkoopman en waarschijnlijk geselecteerd op zijn brulstem die hij over het water liet galmen als iemand zijn zweminstructies niet naar behoren uitvoerde of een teen in het verkeerde bad stak of sprong van de duikplank terwijl het ten strengste verboden was die überhaupt te gebruiken. Hij liet zich welwillend door mijn moeder ompraten om ons zwemles te geven volgens de 'Nederlandse school' en moeder zou dan tenlsotte zelf het diploma afnemen.
Terwijl crawlen in Italië als eerste slag wordt onderwezen, leerden wij schoolslag. Hij gaf ons rana isntructie wat
letterlijk kikkerslag betekent. Niemand in het zwembad zwom ooit schoolslag, alleen die grote Hollanders
met hun blonde kindjes. Watertrappen vond men ook een merkwaardig
In de tweede helft van de zestiger jaren woonden we in een gehucht tussen de wijngaarden en onze buren vonden onze hang naar water maar vreemd. In de tuin hadden mijn ouders een betegelde bak laten ingraven die het midden hield tussen een poedelbad en een vijvertje in het midden stond een zuil met spuitmond.
Na een paar jaar verhuisden we naar het merengebied ten noorden van Milaan. Het huis had een geweldig uitzicht op het lago di Varese,
dat tussen het lago di Como en het Lago Maggiore ligt en ten zuiden van het lago di Lugano. Meren die nog steeds een geliefde vakantiebestemmingen zijn van veel Duitsers en Nederlanders.
Het meer is langgerekt en heeft een omtrek van circa 30 km en aan de oevers zijn een zeilvereniging
Die vereniging was toen nog een onderdeel van de sportvereniging van witgoedfabrikant IGNIS later Philips / Whirlpool.
Nadat hij ruim tien jaar niet had geroeid begon hij weer te trainen en vormde samen met een Duitser, een Italiaan en een Nederlander een 4 zonder
en begon ook weer mee te doen aan wedstrijden.
Wij vervolgden in Varese onze zwemopleiding. We zaten inmiddels op een Europese School en behalve alle talen van de toenmalige EU, matig onderwijs in exacte vakken hadden we de keus uit allerlei sporten: atletiek, balsporten, skieén en zwemmen.
We zwommen wekelijks met de zwemclub en haalden alle mogelijke zwemdiploma’s en brevetten. Deze zwembrevetten waren niet uitsluitend gericht op het overbruggen van een afstand, zoals de Nederlandse zwemdiploma’s vereisen, maar hadden als extra component het zwemmen op tijd.
Bij alle slagen (crawlen, vlinderslag, zwemslag en rugslag)
Hoe meer brevetten je haalde, hoe sneller je dus was en hoe groter de afstanden ook werden die je moest kunnen overbruggen.
De zwembrevetten leidden op voor zwemwedstrijden want we deden aan agonismo wat uit het grieks ágon’ strijd komt en dat staat voor wedstrijdmentaliteit, competitiviteit.
Terug naar de watersporten uit mijn jeugd. Mijn vader kocht een ZEF, een Frans zeilbootje dat op het dak van de auto gelegd kon worden en mee naar zee ging. Er hing er ook wel een 2PK Johnson motertje achter als er een boottochtje met het hele gezin op het programma stond en er zaten dollen op gemonteerd zodat je er mee kon roeien zoals in een sloep.
Als je kunt zwemmen mag je ook zeilen was het devies en dus werden we gedurende de zomermaanden naar zeilkamp in Nederland gestuurd waar we op het Brielse meer onder , maar vooral in de rook van Pernis in een BM leerden zeilen bij de Brielse Zeilschool. Toen ik de basisprincipes eenmaal onder de knie had, kon ik gewapend met wat zeildiploma’s nog een zomer mee met de Frieslandtochten die onder leiding van instructeurs in BM's werden gemaakt vanaf een platbodem die rondvoer over de Friese meren.
Op mijn zeventiende maakte ik een eerste zeiltocht, de oversteek van Plymouth naar Roscoff in Bretagne met een schoener die nog geheel in originele staat was en dus niet voorzien was van mechanische hulpmiddelen zoals 'winches'. Met de twaalfkoppige bemanning zeilen hijsen, maar nog net wel een motor voor in de haven. We staken overdag over naar Bretagne met zwaar weer, en voeren we een paar dagen later 's nachts terug een onvergelijke ervaring, die ik graag nog eens over zou doen en het bleken heel goede omstandigheden te zijn voor de zeebenenproef.
Tot zover de zomerse watersporten. In de winter als het water bevroor of er sneeuw lag dan konden we ons hart in Noord-Italië ophalen aan wintersporten. Het klimaat heeft er veel weg van een landklimaat en het kan er ’s winters behoorlijk vriezen en sneeuwen. De kleiner en hoger gelegen meren vroren dicht. Bij de eerste tekenen van ijs waren de meeste Nederlanders daar te vinden, bij hoogtijdagen zelfs met pannen erwetensoep.
Tijdens de oliecrisis van 1973 herinner ik me een stralende en ijskoude zondag
waarbij we met een heel stel eerst een uur bergopwaarts fietsten naar een van de meertjes, om maar in godsnaam niets te missen van het ijs. Er kwamen ook wel eens wat passanten kijken wat we daar uitspookten. IJshockeyschaatsen en kunstschaatsen waren bekend van tv maar de rondjesdraaiende Hollanders op Noren en Friese doorlopers dat werd pas een sport toen Roberto Sighel successen boekte op de Olympische Spelen.
Als we niet konden schaatsen dan lag er net een stukje verder wel genoeg sneeuw om tijdens het weekend een dagje te gaan skiën. Enthousiaste ouders en leraren van school organiseerden en bus naar Belmonte (schone berg) voor skilessen en jaarlijks was er tijdens de Crocusvakantie die daar Settimana Bianca / Witte Week heet de gelegenheid om met skikamp mee te gaan naar Bormio.
Toen ik in 1979 naar Nederland kwam om te studeren, heeft het een paar jaar geduurd voordat ik weer een sport oppakte. Eerst wat gehockeyd toen weer een tijdje niet vanwege zwangerschappen en herstel, daarna weer hockey opgepakt omdat het een geweldige familiesport is, met hockey voor elke leeftijdsfase en familietournoois waarbij jong en oud samen op het veld strijdt voor de de beker van best hockeyende familie van het jaar en een doelpunt van een under 6-year speler 3 maal telt en het dus zaak is dat je zo'n speler in je gelederen hebt staan bij je tweede paal van het mini-goaltje.
Na wat blessures en gedoe over wie nou wel en niet opgesteld kon worden tijdens de wedstrijden met de zondag veterinnen, daagde het want was ongemerkt gepromoveerd tot behang van de dug-out. Nog even volgde ik de cursus voor oudercoach en was ik een paar seizoenen betrokken bij een van de teams van de kinderen. Toen ze op een niveau kwamen dat meer hockeyinzicht werd vereist, had ik alle ruimte om weer meer zelf te gaan sporten.
IJS: Lago di Varese winter 1979 - 1980. Er reden die winter auto's over het meer. Hier wandelen Willemien en ik de avondzon tegemoet.
"We keerden meestal voor de brug van het eerste dorp na de stad, een kilometer of twee voorbij de banpaal, en al kort na dat keerpunt begon er deze middag om ons heen iets te veranderen. Nog steeds was het warm. Maar ook: vocht in de lucht. Geuren die krachtiger werden, en kruidig. Even een kleine bries, een rimpeling over de golven. Vlak daarna ging het water roerloos liggen. Zonder iets te zeggen liet ik de haal aanzwellen en bracht ik het tempo omhoog. Ik wilde thuis zijn voor de regen, maar oogde rivier zelf met zijn uitnodigende gladde oppervlak vroeg om meer kracht. David begreep en volgde. Nog terwijl we geleidelijk versnelden zag ik over dat onwaarschijnlijk gladde wateroppervlak een dichte regen op ons afkomen, een geheimzinnig gordijn dat ons wiegende naderde en hypnotiseerde, als de mantel van een grote, onzichtbare tovenaar. En daarbij een zoete, zware geur, anders dan die van zo-even, die de geur van de regen zelf moest zijn. Planten en bomen bogen hun hoofd, in het emaille van het water verschenen op slag miljarden putjes, maar voor ik me rekenschap had kunnen geven vaan dat alles was het al bij ons en viel de regen over on heen, een waas waarin de fijne druppels niet van elkaar te onderscheiden waren maar een gevoel veroorzaakten van volledig omhuld te zijn. Ik zette krachtiger aan. David volgde. Niets was meer droog. Ik voelde hoe mijn hemd zwaar om mij heen rimpelde, ik voelde het water in mijn doorweekte schoenen. Ik zag mijn armen als vanzelf naar voren zwaaien en met een gretigheid die ik nog niet kende de riem in het water zetten. Mijn schouders pakten het gewicht gulzig over en mijn benen zetten onmiddellijk af. Moeiteloos verliet het blad aan het eind van de haal het water en beschreef een perfecte kleine boog tussen borst en knieën. Mijn hoofd leunde een fractie van een ogenblik genietend achterover voor ik, diep adem scheppend, weer achter mijn armen aan naar voren reed. Ik keek voor me uit en zag niet meer de angstwekkend ijle leegte van lucht en water die me ooit duizelig had gemaakt, maar iets dat me steun gaf en vertrouwen. En onuitputtelijke energie. Ik voerde de intensiteit nog iets verder op, zonder nadenken maar op de manier zoals het hoorde, niet door het tempo te verhogen maar door meer kracht te zetten waarna de beweging vanzelf om een hoger tempo vroeg."
Eigenlijk zou ik blz. 58 t/m 61 helemaal kunnen citeren. Ze maakten dus indruk. Ik kreeg het boek indirect van Esther die het vader voor zijn 65ste verjaardag had gegeven. Maar omdat hij als roeier al twee exemplaren had gekregen, kreeg ik dit derde boek. De beschrijving van de natuur vanaf het water trof me eerst. Vlak voor 'Over het water" had ik van Mihaly Csikszentmihalyi 'De weg naar Flow' (Boom 1999) gelezen. Een nieuw begrip waar ik me nauwelijks een voorstelling van kon maken en dat ik in 'Over het water' terugvond en in eerste instantie ben gaan associëren met het beoefenen van sport: samenvallen met wat je aan het doen bent, een verhoogde staat van concentratie die je meevoert en die zichzelf versterkt.
De samenwerking als romantisch ideaal en het ontstaan van flow, namen het over toen ik kort daarna belandde in een romantische affaire met de man waarmee ik niet getrouwd was. Het leven werd van de een op de andere dag een grote puinhoop, maar nieuwsgierigheid en een superboost aan adrenaline overwonnen het van plichtsbesef en rationele argumenten. En ik leerde een stuk meer van het leven dan waar ik op zoek naar was geweest. Toen na drie jaar de man van de affaire een time-out vroeg, liet ik hem lopen en na een jaar afkicken ben ik zo goed en zo kwaad als dat ging de puinhoop gaan opruimen die ik had aangericht. Afkicken en puinruimen gingen alsnog gepaard met stress en hyperventilatie en meer lichamelijke gevolgen als slapende ledematen. Ik hockeyde toen nauwelijks meer en alleen wandelend in het bos ontdekte ik die gejaagde hartslag waar ik 's nachts door wakker werd, achterwege bleef als ik maar flink fietste of hard liep.
Samen met een vriendin ontstond het idee om te gaan roeien en nadat we drie verenigingen in de omgeving hadden gepolst, gingen we uiteindelijk met een viertal vriendinnen roeien bij VADA in Wageningen in januari 2005. Na een paar basislessen in de C2 van FJ. en G. werd ik overgelaten aan de ploeg en roeide ik sindsdien mee in de C4 en ben ik in de loop van de jaren roeiproeven gaan halen. Maar wat ik al binnen enkele maanden ontdekte is dat soms tijdens het samen roeien de wereld even samenvalt met de beweging, de ademhaling en de flow het overneemt.
Een filmpje van 8 maart 2012 op RoeiTV: Het Pieter Nieuwland College in Amsterdam heeft schrijver H.M. van den Brink uitgenodigd om over zijn boek'Over het water' te vertellen. De kinderen krijgen nadat ze het boek hebben gelezen hun eerste roeilessen bij Roeivereniging de Hoop. Het bevorderen van lezen en sporten gaat hier hand in hand.
Head 2012 Viking2
Nieuwe reacties
29.05 | 09:12
De complete CD Upstream of Hauschka and Rob Petit can be find on Spotify
26.07 | 14:31
fugimundi Over the Rainbow by Eric Vloeimans https://www.you...
04.10 | 20:21
Bellissima.....! Een pareltje dat ik vanavond ontdekte langs een progra...
08.08 | 23:34
in the rosy time of year, when the grass was down… making hay in th...