Elzevira

Elzevira

Van boven gezien

Afrikaans Abcdarium

Aardvark Armadil  Alikreukel Akkedis

Buffel Bradysaurus Bokmakierie Blaasopvis

Cape Cora Cactoblastis Camenbert Godlingmot

Damranlandse Dik-Dik Diederikkie Duif Dikkop

Eekhoring Enlevis Elsie Eland

Feniks Fiscaal Flamink Fisant

Gapermossel Giraffa Gaboenadder Gemsbok

Hertebees Hiëna Hadida Hotnosgod

Ieterwago Impala iMpervu Ibis

Jakkals Janfrederik Jagluiperd Jellievis

Klaasneus Kakelaar Kwena Korhaan

Lelietrapper Lees Lystorsauris Likkewaan

Muskeljaatkat Mahem Mantee Maraboe

Nagmuis Nonaap Njala Gnoe

Ouvolk Oorbietjie Otterjasie Otterjou

Pylstert Piettjoutjou Pofadder Pou

Quagga Quail Snuif op Engls aan die lot

Ratel Roerdomp Rinkhals Rot

Speg Selekant Songololo Saagvlerkswael

Tiptol Tsetsevlieg Troupand Tarentaal

Uil Ungulungu Unicorn (Kalahariduin sy huis)

Vlakvark Vlindervis Vader-langbeen Volstruis

Wildebees Waaierstert Wulk Wildehond

Xhama laat in Xhosa Spore in die grond

Yellowtail Yellowfinch en Yslike Ystervark

Zambesi-haai Zambenenje Zoelandse Kruipmol het baard.

Ja, alles van hier van huis en van haard

alles wat slak of kantel volgens suidelijke kaart

alma wat fladder doodle of dool

wag reikhalzend 

op die koms van die Amazi-voël.

vertaling: 

Ja, alles van hier van huis en van haard

alles wat kruipt en beweegt volgens zuidelijke kaart

alles wat fladdert, krabbelt of ronddoolt

wacht reikhalzend 

op de komst van de vogel van voorspoed en geluk. 

Vertaling (Robert Dorsman) 

Klank van het Pools in de gedichten van Wislawa Szymborska

Een paar jaar geleden kreeg ik van vader de dichtbundel 'Eenenvijftig stemmen uit de wereldpoezie' dat de Stichting Poetry International in 2001 heeft uitbracht. Er staan gedichten in van o.a. Remco Campert, Herman de Koninck, Josef Brodsky, Hans Magnus Enzesberger, Judith Herzberg, Antjie Krog, Yehuda Amichai en vele anderen. Op de linker pagina staat de oorspronkelijke tekst en rechts de Nederlandse vertaling. Achterin het boek zit een cd waarop de dichters hun eigen gedicht voorlezen. Fascinerend om naar te luisteren vooral als je er niets van begrijpt.  Wat je dan hoort is slechts de prosodie van de taal. De boodschap, de betekenis van woorden verklankt tot een vorm die we gedicht noemen. 

Vaak zeggen cursisten tegen me dat ze Italiaans zo'n prachtige taal vinden. Ze vinden dan de prosodie van Italiaans mooi. Als moedertaalspreker hoor je dat helemaalniet dat hoor je alleen van een vreemde taal. Als dichter weet je hoe je daar mee moet 'werken'.  Er zijn zoveel talen die mooi klinken als je ze hoort spreken en waarschijnlijk nog veel meer in dichtvorm.

Uit de bundel van Poetry International waren het gedicht van de Rus Brodsky's  en het Zuid-Afrikaans van  Antjie Krog die ik tientallen keren heb beluisterd. Op een gegeven moment weerklinkt het in je hoofd zonder dat je een woord kunt reproduceren of begrijpt. 

De gedichten van Wislawa Szymborska had ik nooit in het Pools gehoord voordat ik ze las  in vertaling. Dus eerst de betekenis en later pas de klank. Ik las Szymborska voor het eerst in Italiaanse vertaling.  Een paar jaar later schonk ik vader voor zijn verjaardag het verzamelde werk van Szymborska  'Einde en Begin' in Nederlandse vertaling door Gerard Rasch. 

Weer een paar jaar later was ik  in Polen roeide ik met een groep VADA roeiers over de Mazurische meren. Bij thuiskomst  ben ik Szymorska's gedichten weer gaan lezen en op zoek gegaan naar haar stem. 

Steeds

Steeds

In dichtgeplombeerde wagons

Rijden door het land de namen,

Maar hoe lang ze zo zullen rijden,

En of ze ooit uit zullen stappen,

Vraag het niet, ik zeg noch weet het.

De naam Natan beukt met zijn vuisten

En als krankzinnige zingt de naam Izak,

De naam Sara roept ‘water’voor de naam

Aäron, een naam die sterft van de dorst.

Spring niet naar buiten, naam van David.

Je bent een naam die doemt tot ondergang,

Aan niemand gegeven, één zonder huis,

Te zwaar om te dragen in dit land.

Je zoon, - hij hete Lech of Stanislaw,

Want hier telt men de haren uws hoofds,

Hier scheidt men het goede van het kwade

Naar gelang naam en vorm van het oog.

Spring niet naar buiten. Je zoon hete Lech.

Spring niet. Het is te vroeg daarvoor.

Spring niet. De nacht klinkt als een lach,

Schatert in het wilgeratel op het spoor.

Een stormwind joeg die mensenwolk aan,

Veel wind, weinig regen, slechts één traan,

Weinig regen, één traan en een dorre tijd,

En een spoor dat diep het bos in leidt.

Doem, doem, zo dreunt het wiel. Geen open plek.

Doem, doem. De trek van treinen vol geroep.

Wakker schrikkend ’s nachts hoor ik verlaat:

Doem, doem, stilte die op stilte slaat.

Szymborska (vertaling Gerard Rasch)

Van boven gezien

Op de veldweg ligt een dode kever.

Zijn drie paar pootjes heeft hij keurig op de buik gevouwen.

In plaats van de chaos van de dood - properheid en orde. 

Deze aanblik is in beperkte mate angstaanjagend,

het bereik blijft zuiver plaatselijk, van kweek tot munt. 

Geen droefenis die overslaat.

De lucht is helderblauw. 

Met hun schijnbaar minder diepe dood sterven dieren niet,

voor onze rust houden ze slechts op met ademen,

waarbij ze minder gevoel en wereld verliezen,

van een toneel afgaan dat ons minder tragisch lijkt.

Hun gedweee zieltjes komen 's nachts niet bij ons spoken,

zij nemen afstand in acht, 

ze kennen hun plaats.

En nu ligt hier op de weg die dode kever

en glinstert onerbarmelijk het zonnetje tegemoet.

Verder denken dan hetgeen je ziet is hier niet nodig:

het is alsof hem niets belangrijks overkomen is.

Belangrijk -zeggen we- dat hoort bij ons,

hoort bij ons leven, onze dood alleen,

een dood die ons zijn voorrang afdwingt. 

Wislawa Szymborska uit Grote getallen 1976 

Verschenen in  Einde en Begin,  Verzamelde gedichten 1999.

WIDZIANE Z GÓRY

Na polnej drodze lezy martwy zuk.

Trzy pary nózek zlozyl na brzuchu starannie.

Zamiast bezladu smierci – schludnosc i porzadek.

Groza tego widoku jest umiarkowana,

zakres scisle lokalny od perzu do miety.

Smutek sie nie udziela.

Niebo jest blekitne.

Dla naszego spokoju, smiercia jakby plytsza

nie umieraja, ale zdychaja zwierzeta

tracac – chcemy w to wierzyc – mniej czucia i swiata,

schodzac – jak nam sie zdaje – z mniej tragicznej sceny.

Ich potulne duszyczki nie strasza nas noca,

szanuja dystans,

wiedza, co to mores.

I oto ten na drodze martwy zuk

w nieoplakanym stanie ku slonku polsniewa.

Wystarczy o nim tyle pomyslec, co spojrzec:

wyglada, ze nie stalo mu sie nic waznego.

Wazne zwiazane jest podobno z nami.

Na zycie tylko nasze, nasza tylko smierc,

smierc, która wymuszonym cieszy sie pierwszenstwem.

Nieuwe reacties

29.05 | 09:12

De complete CD Upstream of Hauschka and Rob Petit can be find on Spotify

26.07 | 14:31

fugimundi Over the Rainbow by Eric Vloeimans https://www.you...

04.10 | 20:21

Bellissima.....! Een pareltje dat ik vanavond ontdekte langs een progra...

08.08 | 23:34

in the rosy time of year, when the grass was down… making hay in th...