Elzevira

Elzevira

Singer

Vrij Nederland Boekenbijlage 1985

Waanzin in Washington

Ten Braven

Mogen wij ons verheugen in een bloeiende internationale reputatie van onze poëzie? Nederland was in den vreemde al vermaard om zijn bloembollen, baggeraars en gerookte paling. Nu schijnt toch werkelijk ook de dichtkunst een van de speerpunten in het exportbeleid te zijn geworden.

Want zie: ik lees in een achterstallige  Trouw  van begin december dat vier Nederlandse poëten zijn doorgedrongen tot de Library of Congress in Washington, alwaar zij een reeks van hun gedichten hebben voorgedragen. Daarna heeft de Amerikaan James Holmes zijn vertalingen van het viertal ten beste gegeven.

Voer vorig jaar al een clubje schrijvers in een boot de Rijn af - hetgeen leidde tot een carnavaleske  bateau ivre  waar zelfs die van Rimbaud niet aan tippen kon -, nu bevonden zich dan Cees Nooteboom, Hugo Claus, Judith Herzberg en Gerrit Kouwenaar in de ‘Lecture Room’ van het imposante bibliotheekgebouw in Reagans residentie. U ziet hoe fijn afgewogen de missie was samengesteld: één vrouw, één Belg, één experimenteel en één  Avenue -reisreporter.

Op de kop af 207 luisteraars - zo meldt ‘onze correspondent’ - had men te Washington bijeen weten te krijgen, oftewel een kleine 0,0001 promille van de nieuw aan te boren lezersmarkt. Als we er alle officiële genodigden en hun gapende partners aftrekken, blijven er wellicht veertien echte belangstellenden over die drie dozijn gedichten - in natura en in vertaling - te verwerken kregen.

Ik zie dit culturele festijn tot in de details voor me: beurtelings klimmen onze literaire ambassadeurs het trapje op en stellen zich, rillend van de slechte nachtrust en de plechtigheid van het moment, achter de microfoon op om voor een gehoor van goeddeels Engelstaligen hun kwetsbare geesteskinderen de zaal in te fluisteren.

Ik realiseer me overigens heel goed dat die 207 luisteraars op zichzelf al een magistrale prestatie zijn van onze public-relationsmachine overzee; waar ik me over opwind is alleen de futiliteit van een dergelijke onderneming. Want ik kan het niet genoeg tegen de modewind in schreeuwen: ondanks de bloei van Poetry Internationals, literaire lunches, One World Poetry-sessions en ‘Zomerschriften’, blijven al dergelijke Poëzie Hardop Manifestaties een gruwel voor de werkelijke verzenminnaar.

Ik weet het wel: de dichters zijn er zelf dol op; ze verwachten een wonderbaarlijke afzetbevordering van zo'n nacht van de poëzie, waar ze in een rij van vijfenzestig aangeschoten collega's en in een atmosfeer van drie delen rook op vijf delen bierwalm door een dichtjockey in wit pak aan elkaar worden gepraat. Maar mag het hier nu nog eens één keer in alle eenvoud worden gememoreerd: gedichten, en zeker gedichten van na 1950, zijn er om  gelezen  te worden en wel met volle aandacht, onder de schemerlamp, terwijl de wind om het huis door de wingerd huilt.

Zelfs in de meest sublieme voordracht van een specialist die zo weinig mogelijk interpreteert bij het opzeggen, gaat nog de fundamentele wisselwerking verloren tussen het vers en de eenzame thuislezer die zich van regel tot regel een voorlopige voorstelling vormt, zich vergissend, terugkijkend, een plotseling verband ontdekkend en die zo zijn eigen gedicht dicht.

En dan praten we nog over ‘sublieme voordracht’, maar poëziefestivals zijn per definitie criante amateurgelegenheden. In de meest onwaarschijnlijke bastaardaccenten vermoorden van huis uit introverte dichtersnaturen, die zich met drank en pillen hebben opgepept, hun eigen poëtisch kroost. Door hun gebrek aan microfoonroutine gaat het merendeel van de creaties in het obligate geroes verloren. Maar zelfs als ze verstaanbaar zijn, blijft het een verschrikking, want ook mijn lievelingsdichters doorzien de sterke punten van hun eigen werk onvoldoende om er een ander deelgenoot van te maken.

Begrijp me niet verkeerd: natuurlijk moet het een constante zorg van onze overheid zijn onze poëzie met kracht uit te dragen tot ver over onze grenzen, maar voor de exportbevordering verwacht ik weinig van die onlangs georganiseerde academische samenscholing in de Library of Congress, waar men vier van onze schrijvende (deels zieke) aapjes mocht komen bekijken.

Dan denk ik dat de zaak van de Nederlandse Dichtkunst meer goed wordt gedaan door de uitgave - geheel aan particulier initiatief ontsproten - van  Pink Lemonade , een prachtig geïllustreerd hardcover boek met meer dan veertig ‘Poems by Annie Schmidt, translated by Henrietta ten Garmsel.’ Want daar kunnen we in Amerikaans idioom lezen over onze eigen Hendrik Haan uit Koog aan de Zaan die - zoals u weet - de kraan open had laten staan:

Oh, hello there, Miss van Hews  

Have you heard the latest news? Henderson

Of Lexington

Left the kitchen faucet run. (...)

En we lezen op p. 54 over het braafste kind dat Annie ooit gekend heeft:

Vrij Nederland. Boekenbijlage 1985

The best child I have ever known 

Was Peter Henry Hagelstone .
He always, always wiped his feet 

And kept the house and garden neat  

At night - unasked he went to bed 

And always ate his spinach, too  

And asked for harder work to do! 

He never said a dirty word - (...)

Over één generatie zou er zo wel eens een onstuitbare vraag naar Dutch Poetry kunnen ontstaan in de States, ook zonder dat er ooit nog enige dichter op Voordrachtstoernee wordt gestuurd.

Huldegedicht aan Singer

van Paul van Ostaijen.  Waarschijnlijk zal  meneer Jobs nog lang moeten wachten op een dichter die zijn laatste product zo feilloos typeert en die haarscherp verwoordt waar marketing specialisten al tientallen jaren naar op zoek zijn.  

Hier een link naar meer gedichten van Paul van Ostaijen. die hij schreef in de jaren twintig van de vorige eeuw en voor meer biografische gegevens verwijs ik naar de weblink naar Poetry International. 

Mijn belangstelling voor poëzie werd op de middelbare school in Varese (Italië) gewekt door een leraar Nederlands die het belangrijker vond dat we kennis maakten met gedichten dan dat we foutloos leerden spellen.  Daarvoor ben ik hem nog altijd dankbaar, want je fantasie onderhoudt je dankzij associaties en van correcte spelling ben ik nog steeds niet gelukkiger geworden. 

Nadat ik de vorige blog over 'de nom de plume' had geschreven zocht ik terug in mijn geheugen naar momenten waarop die associaties zijn ontstaan.  De spijker die niet alleen een nagel blijkt te zijn waarmee je iets aan de muur bevestigt maar ook het merk van een auto.  Associaties die ontstaan tussen woorden en  voorwerpen, daarbij moest ik terugdenken aan het 

Nu valt met pas op dat van Ostaijen behalve met klank in de  Slinger Singer Naaimasjien  ook speelt met die vermaledijde spelling.  

Huldegedicht aan Singer

HULDEGEDICHT AAN SINGER

Slinger Singer naaimasjien Hoort Hoort Floris jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht Wat Wat jawel Jespers Singer naaimasjien hoe zo jawel ik zeg het u Floris jespers heeft een Singernaaimasjien gekocht Waarom waardoor wat wil hij Jawel hij zal hoe zo Circulez want SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE de beste waarom hoe kan dat wie weet alles is schijn Singer en Sint Augustinus Genoveva van Brabant bezit ook een Singer die jungfrau von Orleans Een Singer? jawel jawel jawel jawel ik zeg het u een Singer versta-je geen nederlands mijnheer Circulez Bitte auf Garderobe selbst zu achten lk wil een naaimasjien iedereen heeft recht op een naalmasjien ik wil een Singer iedereen een Singer Singer zanger meesterzangers Hans Sachs heeft Hans Sachs geen Singermasjien waarom heeft Hans Sachs geen Singer Hans Sachs heeft recht op een Singer Hans Sachs moet een Singer hebben Jawel dat is zijn recht Recht door zee Leve Hans Sachs Hans Sachs heeft gelijk hij heeft recht op SINGERS NAAIMASJIEN IS DE BESTE alle mensen zijn gelijk voor Singer Circulez een Singer Panem et Singerem Panem et Singerem P a n e m et S i n g e r e m PANEM ET SINGEREM e t S i n g e r e m e t S i n g e r e m Ik wil een Singer wij willen een Singer wij eisen een Singer wat wij willen is ons recht ein fester Burg ist unser Gott Panem et Singerem P a n e m et S i n g e r e m PANEM ET SINGEREM e t S i n g e r e m e t S i n g e r e m Waarom hoe zo wat wil hij wat zal hij Salvation army Bananas atque Panama de man heeft gelijk hij heeft gelijk gelijk heeft hij jawel jawel jawel waarom wie zegt dat waar is het bewijs jawel hij heeft gelijkPanem et Singerem P a n e m et S i n g e r e m PANEM ET SINGEREM e t S i n g e r e m e t S i n g e r e m SINGERS NAAIMASJIEN IS DE
BESTE

(Uit Music Hall 1923)

Nieuwe reacties

29.05 | 09:12

De complete CD Upstream of Hauschka and Rob Petit can be find on Spotify

26.07 | 14:31

fugimundi Over the Rainbow by Eric Vloeimans https://www.you...

04.10 | 20:21

Bellissima.....! Een pareltje dat ik vanavond ontdekte langs een progra...

08.08 | 23:34

in the rosy time of year, when the grass was down… making hay in th...