Elzevira

Elzevira

zien & gezien

OM

Shivananda who touches the breast and says OM  (30 mei 2021)

OM. las ik bij de zoveelste redactieronde van het gedicht Wichita Vortex Sutra van Allan Ginsberg. Met enige regelmatig lees en luister ik naar dit lange gedicht maar nu pas valt OM me op en zie ik een monnik voor me met de handen op de borst.  Terwijl ik luister naar Allan Ginsberg, naar de wijze woorop hij het gedicht voordraagt probeer ik de lay-out wat te wijzigen, een vorm te geven die ook recht doet aan de betekenis van de zinnen.  OM ... klinkt laag en diep en als yogi verkeer je in het hier en nu en stelt jezelf geen vragen. 

Vanmorgen op de rivier in de roeiboot is het hier en nu, samen met P. in de regelmaat van de roeihaal laat ik bijna alle vragen varen.  Het weer is schitterend, geen wind, geen golven, een beetje stroom, goed gezelschap is een 'OM-moment'.  Het is zo helder dat het zonlicht scherpere controuren tekent. De schoonheid is overweldigend en terug op het vlot tijdens het klaarmaken van de boot voor het hijsen met de kraan mijmer ik nog even over het OM-moment op het water. 

Terug aan het vlot van de roeivereniging komen de associaties weer op gang en herinner ik me de Netflix film van gisterenavond Rosso Mille Miglia.  Een mix van romantiek en mooie auto's die racen door Italiaanse landschappen die bekend zijn van de reclames van Bertolli. Een film over old timers die even later opgepoetst staan te glimmen op Piazza del Campo in Siena. En een film over mensen die glimmen van trots vanwege hun staalplaten bezit dat authentiek rumorig gromt en bromt.  De film wordt bij elkaar gehouden door deze elementen en een flinterdunne verhaallijn: blonde duitse journaliste ontmoet stoere italiaanse mecanicien en zij ontsluit een familiegeheim dat begraven ligt in de garage van haar grootvader. 

Centraal in het verhaalt staat een auto die in onderdelen wordt teruggevonden in de garage van een voormalige autocoureur die er destijds de Mille Miglia niet mee heeft gewonnen omdat hij en zijn co-piloot werden gediskwalificeerd. Het typenummer van de auto wordt verschillende keren genoemd Superba 665 of OM 665, en dat zegt me niets.  Totdat bij het het laatste shot de grille van de auto in beeld komt met het merkteken OM.  Een zee aan associaties komt bovendrijven. 

OM is een merkteken dat ik vaak heb gezien in de jaren 60-70 toen ik nog kind met ouders, broer en zus op het platte land van Lombardije woonde.  Zo'n plaatje dat bij de garageman tegen de muur hing om aan te geven dat hij ook OM's repareerde.  Bijvoorbeeld bij de garage waar Moeders Autobianchi Giardinetta vandaan kwam. 

De schoolbus was zo'n OM waar we dagelijks mee naar school reden en die van binnen net zo hard naar diesel stonk als wanneer je er achter reed in de auto. Een misselijkmakende heenreis want bergopwaarts. De school lag bovenop een heuvel en het laatste deel van de weg bestond uit een aantal haarspeldbochten. En bij het nemen van die bochten moest de chauffeur vanuit stilstand het toerental flink opvoeren en stonk de hele bus naar smerige diesel. 

OM de vrachtwagen met oplegger. In mijn herinnering waren dat de allerergsten. De rook van de slecht verbrande zwarte diesel die je omhulde als je er per ongeluk achter reed was onverdragelijk. Op zo'n zinderende zomerdag op weg naar het zwembad op 25 km afstand, rijdend op een super drukke tweebaans SS (strada statale) weg achter zo'n vrachtwagen was verschrikkelijk want tegen de tijd dat we bij het zwembad aankwamen waren wij kinderen kostmisselijk.  Dat was zo rond de leeftijd dat ik net begon te lezen en zo begon ik de eerste letter te combineren, OM. Twee letters waar ik geen betekenis aan kon verbinden, niet zoals FIAT dat op zich al een woord lijkt ook al staat het voor Fabbriche Italiane Automobili Torino,  of Lancia (speer) of Alfa Romeo, Maserati, Lamborghini. Ferrari  enz. enz. 

Maar waar staat dat OM dan voor vroeg ik me gisterenavond af.  En als er iemand is die dat zonder google search kan weten is het P.  En ja hoor het staat voor Officine Meccaniche want zo simpel kan het zijn.  De Werktuigboukundige werkplaats vrij vertaald. Nu zie ik ook een verband met de hoekige vorm van de letters, vroeger vond ik dat maar vreemd want wat waren dat nou voor soort letters. 

Roeiend en associerend over OM.  Ouwe auto's en merken die al lang niet meer bestaan en weggeconcureerd zijn.  En dan is er zoiets als  Omologazione, hoe vertaal je dat in het Nederlands eigenlijk?  Het is de reden dat er alleen nog maar veilige auto's op de weg mogen rijden. Maar wanneer zou dat dan zijn ontstaan?   Wanneer zijn we het er over eens geworden dat je niet meer zomaar zelf een auto in je garage mag bouwen en er vervolgens de weg mee op mag?  Ach, al die vragen die toch altijd weer komen opborrelen dat is helemaal niet OM. 

We missen het onderweg zijn

We missen het onderweg zijn schrijft Bas van de Putten in Blad (NRC 29 april 2021) .  De autominnende musicoloog vertelt over een roadtrip die hij in 2010 maakte dwars door Californië. Vertrek uit San Francisco en via Death VAlley op weg naar Los Angels voor de premiere van Louis Andriessens Dante opera La Commedia. Om het gevoel van eenzaamheid van de lange rechte wegen te onderstrepen en de aandacht voor de weg niet te doen verslappen kan Wichita Vortex Sutra van Allan Ginsberg & Philip Glass meeschommelen op de slappe vering van de auto. 

Wichita Vortex Sutra by Allen Ginsberg (1966)

Poem by Allen Ginsberg music by Philip Glass

whicita vortex sutra

I'm an old man now, and a lonesome man in Kansas

but not afraid to speak my lonesomeness in a car

because not only my lonesomeness it's ours, all over America.

O tender fellows & spoken lonesomeness is prophecy.

In the moon 100 years ago or in the middle of Kansas now.

It's not the vast plains mute our mouths that fill at midnight with ecstatic language when our trembling bodies hold each other breast to breast on a mattress.

Not the empty sky that hides the feeling from our faces nor our skirts and trousers that conceal.

The bodylove emanating in a glow of beloved skin white smooth abdomen down to the hair between our legs.

It's not a God that bore us that forbid our Being, like a sunny rose all red with naked joy between our eyes & bellies,

yes all we do is for this frightened thing we call love, want and lack; 

fear that we aren't the one whose body could be beloved of all the brides of Kansas City, kissed all over by every boy of Wichita.

O but how many in their solitude weep aloud like me,

on the bridge over Republican river almost in tears to know how to speak the right language,

on the frosty broad road uphill between highway embankments

I search for the language that is also yours,almost all our language has been taxed by war,

radio antennae high tension wires ranging from Junction City across the plains, 

highway cloverleaf sunk in a vast meadow,  lanes curving past Abilene to Denver filled with old heroes of love,

to Wichita where McClure's mind burst into animal beaut, drunk, getting laid in a car in a neon misted street 15 years ago, 

to Independence where the old man's still alive who loosed the bomb that's slaved all human consciousness and made the body universe a place of fear,

now, speeding along the empty plain no giant demon machine visible on the horizon but tiny human trees and wooden houses at the sky's edge I claim my birthright!

Reborn forever as long as man in Kansas or other universe,

joy reborn after the vast sadness of the war Gods!

A lone man talking to myself, no house in the brown vastness to hear, imaging the throng of selves that make this nation one body of prophecy,languaged by declaration as pursuit of happiness!

I call all powers of imagination, to my side in this auto to make prophecy

all lords of human kingdoms to come:

Shambu Bharti Baba naked covered with ash; 

Khaki Baba fat-bellied mad with the dogs;

Dehorahava Baba who moans;

Oh how wounded, how wounded;

Sitaram Onkar Das Thakur who commands give up your desire;

Satyananda who raises two thumbs in tranquillity;

Kali Pada Guha Roy whose yoga drops before the void;

Shivananda who touches the breast and says OM;

Srimata Krishnaji of Brindaban who says take for your guru William Blake the invisible father of English visions;

Sri Ramakrishna master of ecstasy eyes half closed who only cries for his mother; 

Chaitanya arms upraised singing & dancing his own praise; 

merciful Chango judging our bodies;

Durga-Ma covered with blood destroyer of battlefield illusions; 

million-faced Tathagata gone past suffering;

preserver Harekrishna returning in the age of pain;

sacred heart my Christ acceptable

Allah the compassionat one

Jaweh righteous one

all knowledge Princes of earth-man,

all ancient Seraphim of heavenly desire,

Devas, yogis & holymen I chant to,

come to my lone presence into this Vortex named Kansas. 

I lift my voice aloud make mantra of American language now

I here declare the end of the War!

Let the States tremble, 

Let the Nation weep; 

Let Congress legislate its own delight; 

Let the President execute his own desire;

this act done by my own voice,

published to my own senses, 

blissfully received by my own form,

approved with pleasure by my sensations,

manifestation of my very thought,

accomplished in my own imagination.

All realms within my consciousness fulfilled 60 miles from Wichita near El Dorado

the golden one

in chill earthly mist houseless brown farmland plains rolling heavenward

In every direction

one midwinter afternoon sunday called the day of the Lord;

pure spring-water gathered in one tower where Florence is set on a hill

Stop for tea & gas!

Florence in Kansas

Lees hier over het dorp Florence in Kansas en hiernaast de watertoren uit Wichita Vortex Sutra van Allen Ginsberg. De muziek bij het gedicht van Ginsberg is geschreven en gespeeld door Philip Glass. 

Stem uit de groef

De groove Stem uit de Groef uit Ritmebox pikte ik een paar jaar geleden op, terwijl ik op zoek was naar teksten van Spinvis. In 2008 ter ere van de 80ste verjaardag van Vinkenoog heeft Spinvis teksten van Vinkenoog samen met de dichter op muziek gezet. Toen heb ik alleen naar Ritmebox geluisterd. Ter ere van de 80ste verjaardag van Bob Dylan wordt de Bobcast opgenomen, interviews over zijn werk met Nederlandse artiesten, fans en appasionado's. Bob Dylan, the Beat Generation en Simon Vinkenoog toen herinnerde ik me dit weer. Vinkenoog heeft Ginsbergs poëzie in het Nederlands vertaald. Hieronder staat Ginsbergs Wichita Vortex maar of dat vertaald is door Vinkenoog weet ik niet.

Ik Jan Cremer

Ik Jan Cremer naast Turks Fruit. boeken die in m'n vaders boekenkast in de jaren zeventig (in Italie) gebroederlijk naast elkaar stonden en waarvan mijn moeder hoopte dat we ze niet zouden lezen, wij kinderen waren daar immers te jong voor. Maar die wereld waar we te jong voor waren kwam niet alleen via de boekenkast binnen zo ontdekten we al snel.

Conceptueel geletterd

Philobiblon

PHILOBIBLON klinkt niet alleen mooi maar betekent 'De liefde voor boeken.'  Het is de titel van een boek uit 1345  geschreven door de priester / bisschop  Richard de Bury.  

NO DEARNESS OF PRICE OUGHT TO HINDER A MAN FROM THE BUYING OF BOOKS.

Book Publishing in Encyclopedia Britannica 1952

De Britannica waar ik eigenlijk afscheid van zou moeten nemen omdat 24 delen niet meer passen in een volgende boekenkast heeft behalve een losse atlas ook een los deel dat als appendix dient het zogenaamde Book of the year 1952, het jaar waarin de 24-delige reeks gecompleteerd is.  Ze konden tenslotte de items nog niet updaten en bewerken  zoals we nu met een druk op de knop doen in Wikipedia.

Doorbladerend bekijk ik eens wat voor nieuws de redactie zoal gekozen heeft ter vervolmaking.   M'n aandacht wordt getrokken door een thema dat uitgevers ook na ruim 60 jaar nog aanspreekt. De uitgeverij wereld lijkt toch minder veranderd dan je zou denken. 

BOOK PUBLISHING

During 1951 book publishers in Great Britain produced 18.006 titels of whick 4.938 were reprins and new editions. Volgt een vergelijking met het jaar 1950. An increase in output of titles is not viewed by the book trade itself as a reassuring sign  unless it is accompanied by a proportionate increase in the total sale of books, nor were publishers altogether reassured by the steadily mount in turnover figures, since progress here might reflect only the increased prices of books made necessary by rising costs. 

Lord Justice Birkett, writing as president of the National Book league in a preface to a symposium of book trade experts (BOOKS ARE ESENTIAL, LONDONG OCT.1951), warned readers against the assumption so easily made, that the book trade's record statistics regarding turnover and output of titles necessarily signified prosperity. "It naturally comes as an shock,' he wrote, "to be told that behind all this splendid and imposing front there are to be problems an difficulties which endanger not only the prosperity, but the stability and even the existence of the book trade as we know it. 

Volgt een staafgrafiekje met de jaartallen 1939, 1947, 1948, 1950 en 1951. Voor ieder jaar drie staafjes met papierprijs, binden, en drukken. En wat blijkt?  In 1951 is de papierprijs ten opzicht van 1950 meer dan verdubbeld! 

The principal reasons for the publishers' concern was the shrinkage in their supplies of raw materials, especially of paper, (due partly to the Anglo-American rearmament programmes) and the rocketing costs of paper, printing and every item of overheads. The publisher's most critical problem, stated the Publishers' associations's annual report in April 1951, was the widening disparity between the replacement costs and the original costs of his stock. By economizing in weight of paper, in size of type and in binding, publishers had until 1951 succeeded in holding the production costs of a straightforward book, for example a novel of ordinary lenghth, at little more than double the 1939 figure. In this they had been assisted by the larger editions which an expanding market at home and overseas made possible and consequently the retail prices of books had risen far less than was justified by the costs that now overtook them. Moreover, the cost of paper, already, at the biginning of the year, five times its prewar figure, later soared by progressive leaps to the point where the advantage of 'the long run,' which in modern times had always been the book publisher's basic source of profit, was considerably reduced. 

To this generally difficult situation, however, there were two ameliorating factors. One was that books, though dearer, had increased in price proportionately less than any other commodity. The other was that the book-buying public bought the books it favoured in quite unprecedented numbers. enz. enz. 

En gelukkig worden er zestig jaar na dato nog steeds boeken uitgegeven. Na nog meer cijfers en een vergelijking met de boekenmarkt in de VS volgt de bestseller list. Het gaat in de boekenwereld tenslotte om de inhoud en de vraag is welke schrijvers hebben de tand des tijds doorstaan of zijn bestsellers blijven schrijven?  Was 1951 ook inhoudelijk een interessant jaar? 

The best-seller list for fiction in 1951 was headed by

1.  From here to Eternity by James Jones. A first novel dealing with army life before Pearl Harbour, it sold 240.000 copies. It was closely followed in sales by

2. The Caine Mutiny, by Herman Wouk, a story of the navy in WWII. Third to tenth on the list, in that order, were:

3. Moses, by Shole Asch;

4. The Cardinal (1950) about the life of a Roman Catholic priest, by Henry Morton Robinson; 

5. A Woman Called Fancy, by Frank Yerby

6. The Cruel Sea, by Nicholas Monsarrat

7. Melville Goodwin by John P. Marquand

8. Return to Paradise by James A Michener

9. The Foundling by Francis Cardinal Spellman 

10. The Wanderer: by Mika Waltari

Inhoudelijk was het volgens mij geen erg spannend jaar. Wat me opvalt is dat de lijst wordt aangevoerd door oorlogsboeken met in hun kielzog de boeken met een religieus thema. En dat het vooral de Amerikaanse schrijvers zijn die goed verkopen terwijl het artikel gebaseerd  is op de gegevens van de Britse boekenmarkt en informatie afkomstig is van de Britse uitgevers vereniging.

Wat ik mis in dit artikel is iets over de waarde van de inhoud. Nu heb ik daar in de boekenbrache nog nooit van gehoord maar het is bij een opsomming van klachten over de stijgende papierprijs toch wel triest dat er niets wordt gezegd over wat de prijs voor de intellectuele eigendom is.  Een goede auteur of een auteur die goed verkoopt werd toen net zo min als tegenwoordig meer betaald dan een mindere god. Er is geen relatie tussen de kwaliteit en het honorarium van de schrijver.  Toch een beetje jammer. Boekenprijzen worden gecalculeerd op basis van standaardcontracten, iedereen krijgt hetzelfde. En eigenlijk vind ik dat maar vreemd. 

Tenslotte sluit het artikel af met een paar regels over oneerlijke concurrentie. Dat klinkt niet als iets nieuws in de boekenbranche. En er staat:

On July 12, 1951 the Federal Trade commission issued an complaint against the book-club policies of a number of publishers. It was alleged that boostores did not receive privileges available to the book clubs, giving the clubs an unfair competitive advantage shick tended to create a monopoly. Hearings on the complaints began in Oct. 1951.

The laatste Nederlandse boekenclub is net failliet,  en ik las van de week dat ze wellicht ook weer een doorstart gaan maken.  De boekenclub van toen is the online boekwinkel van nu. De boekenclub formule lijkt me wel uitgespeeld. Zelf ben ik jaren lid geweest van de ECI en wat ik daar vooral aan over heb gehouden is dat het ik het een sport vond om de kroonboeken terug te sturen die je ten lange leste opgestuurd kreeg als je voor de zowelste keer was vergeten om je kwartaalboek te bestellen.  Ik stuurde ze altijd weer terug omdat ik niet 1 keer iets kreeg dat me interesseerde.  Met de hedendaagse technologische vooruitgang is het natuurlijk heel eenvoudig om op basis van de bestelhistorie van de klant te beoordelen wat voor soort 'kroonboek'  hij of zij wel zou willen hebben.  Maar zover was ECI nog niet toen ik daar een tot voor kort nog lid van was.  Misschien een goed doorstartideetje.  

Leersum, 2 februari 2014 

Conceptueel geletterd

Een huis ontruimen is ook afscheid nemen van je spullen.  Grotendeels zullen ze vast wel terugkomen maar lang niet alles.  Er zijn dingen die nemen te veel ruimte in beslag, die krijgen om praktisdche redenen straks in een kleiner huis geen plek.  

Maar antieke kasten,  ooit gemaakt voor grotere ruimtes dan de tegenwoordige zitkamer die laat je niet ophalen door de kringloop. Verkopen aan de antiquair is  ook al geen echte optie.  Taxeren is snel gebeurd en dan krijg je te horen wat je zelf ook wel weet dat de kast best wel oud is maar strak en stijf en geen pronkstuk.  Massief Hollands eiken 18de eeuws, waarschijnlijk heeft hij gediend als dekenkast.  Mooi dat er geen nagels in zitten, prachtig die houtverbindingen maar tegenwoordig levert antiek niet zoveel op en helaas is hij ooit bij een verhuizing een rand kwijtgeraakt die met weinig gevoel is vervangen door de eerste de beste plank.  Verkopen van dingen waar je zelf een emotionele band mee hebt, kun je maar beter aan anderen overlaten. 

Dat de kast sinds hij gemaakt werd  in de familie van mijn grootmoeder is geweest dat is de waarde die ik er zelf aan toedicht, dat is het verhaal dat aan de kast kleeft.  Bij mijn grootouders stond hij in het kantoor,  achter een groot bureau. Altijd gesloten en aan de binnenkant waren geen planken meer hoewel er nog wel leggers in zaten, er stond een bosje jachtgeweren in.  De kast had toen nog een werkend slot,  zodat de geweren ook achter slot en grendel konden als er eens kleine kinderen in huis waren.

Mijn grootmoeder had hem meegekregen van de zolder van haar ouderlijk huis.  Een buiten aan de rand van het duinwaterleidinggebied van Amsterdam. Daar zal hij inderdaad wel als dekenkast dienst hebben gedaan. Er stonden meer kasten op de zolder van het grote huis gevuld met lange zijde jurken uit lang vervlogen tijden,  hoedendozenen en allerlei stoffige kledingstukken zoals de oude damesonderbroeken met het gat in het kruis, waar wij als kind zo om moesten lachen. Want stel je eens voor,  die bedovergrootmoeder die rondliep in haar crinolines met daaronder een directoire, de korte loshangende witte broek met elastiek in het middel met een enorm open kruis, zodat ze staand (heel handig vanwege de hoepel rok) lekker luchtig kon plassen. Allerlei tafeltjes stonden er en po's die thuishoorden in nachtkastjes en verschillende lampetkannen met bijpassende aardenwerken kommen. Al dat spul  was met de komst van de badkamer met bad op pootjes ooit op zolder beland.  Al die voorwerpen die daar lagen te verstoffen spraken tot mijn kinderlijke verbeelding en kregen die donkere en stoffige zolder met zijn houten dakbeschot de geur van lang vervlogen tijden en verhalen.  Tussen al die 'brocante'  stond ook de tweewielige strandkoets met het mottige gordijntje waarachter de deftige overgrootouders in hun badpak de zee in werden getrokken.  Voorwerpen die tot mijn kinderlijke verbeelding spraken en die daar op die donkere en stoffige zolder met zijn houten dakbeschot  de geur van lang vervlogen tijden en verhalen kregen.  Twee van die kasten moet ik zien onder te brengen. 

Die volumineuze kasten stammen uit de houttijd zoals ook de pas vier jaar oude op maat getimmerde boekenkast van m'n huidige studeerkamer.  Die boekenkast gaat  niet mee, die blijft.  Maar de boeken?  Wat te doen met al die boeken die de kast bevolken?  Want ook al heb ik maar 20% van A tot Z gelezen, ze zijn nooit zomaar op de plank terechtgekomen. Veel boeken heb ik cadeau gekregen en zijn daarom dierbaar,  de meeste heb ik gekocht met een bedoeling en afstand doen van die boeken betekent toch ook  afstand nemen van m'n bedoelingen.  En welke boeken komen dan als eerste in aanmerking, luidt de volgende vraag. Rationeel is om de meest volumineuzen eerst weg te werken en dan maakt  de complete vierentwintigdelinge Encyclopedia Britannica uit 1951 een goede kans om naar de boekenantiquaar te verdwijnen. De meest complete encyclopedie voor het Engelstalig taalgebied,  met de meest omvattende informatie over de wereld tien jaar voor mijn geboorte. Een enorme stapel drukwerk en kennis, met artikelen van Einstein die daaraan nog als redacteur en auteur voor Natuurkunde heeft meegewerkt.  Allemaal boeken die ik wel zou willen bewaren als bewijs dat er echt een tijd was waarin kennis niet digitaal was. De Britannica kwam ook van mijn grootmoeders huis vandaan en heeft daar op het kantoor gestaan  in gezelschap van de gewerenkast. Zou ik ze nu dan toch moeten scheiden? 

Het hippe kartonnen krukje van Dutch Design dat wel 200 km kan dragen, hield zich kranig onder het gewicht van 22 delen dooieboemenboeken. De laatste 2 delen en de atlas durfde ik er niet meer op te leggen, want als je bij het plaatsen van de delen het  middelpunt niet goed meer kunt bepalen  van de toren dan wordt hij steeds instabieler. Daarvoor moest ik eigenlijk op nog hogere ladder gaan staan. Ik wilde zeker geen ingestorte boekentoren want dit zijn tenslotten geen Kapla houtjes. 

Platen, Dischi, LP's

John Martyn, London Conversation 1967

De pick-up is al lang uit huis en digitaliseren van een oude collectie platen hoeft ook niet meer dankzij Spotify. Alles is  er te vinden.  Dan maar verkopen aan een vinyl fan of  aan een handelaar maar eerst wil ik toch inventariseren wat ik ongeveer 40  jaar geleden ben gaan verzamelen. Vroege uitgaven van artisten die nog steeds hoog scoren, zijn toch leuk om tegen te komen. Beatles platen van voor hun samenwerking met Apple.  

Wat ook verrassend is, zijn teksten op hoezen.  De meeste platen die ik heb gekocht zijn van  singer-songwriters, folk, country, Amerikaans, Iers, pop-folk en rock. Veel gitaar.  En wat nu de moeite waard is om nog eens te lezen zijn de begeleidende teksten die de artiest heeft toegevoegd om de luisteraars belangstelling te wekken.  Inmiddels kunnen we in 2 seconde alle informatie over een artist lezen dankzij wikipedia, toen las je alleen  de hoes en als je fan was wist je alles dankzij populaire muziek blaadjes.  Hoewel ik betwijfel of artisten als John Martyn de Nederlanse popblaadjes ooit gehaald hebben. 

Bijvoorbeeld op de achterkant van  John Maryn's plaat London Conversation schrijf hij het volgende: 

So there I am on this barge on the river wearing nothing but denims and a smile, and this blue man says to me, "You know I used to be like you, but I saw sense and I changed myself". So I looked at this sage expression and black shoes and thought: Thanks all the same, I'll stay on the river.". 

So I'm still floating up and down an still happy, and I'm 18 now and young for my age! Nowadays I often revolve at 331/3 RPM. If you listen, I hope you learn about me a little and about you a lot because that's the whole scene, I'm just like anyone else, I feel and think just the same as you. 

So when I sing about myself, I sing about you, and when I get to know myself and just how little I know, maybe you can do the same, anyway I hope so, then maybe you can join me on the river or maybe you can find one of your own.  

John Martyn

Martyn zal Siddharta van Herman Hesse gelezen hebben, dat in die tijd een populair boek was. Het is heel erg jaren '70 maar het gevoel erbij is toch niet veranderd. Het is vooral een kwestie van nauncering.  Dat blijven zoeken dat is niet van nu dat is van toen. Nu zijn  mensen natuurlijk ook steeds op zoek maar leggen we vooral de nadruk op het resultaat.  Het gaat om de weg ernaar toe.  Alsof er een doel zou zijn. 

Volgende vonds bij het opruimen is Jack Hardy's Boat Song

Over de portretten van Bep Eskes Rietveld

Hierbij een link naar de aflevering van NOS De honderden gezichten van het jappenkamp

Portretten

Dat is wat ik me herinner van de paar ontmoetingen met de vrouw die een portret maakte van mijn oudste dochter. Ze was een paar jaar daarvoor op tv geweest als de schilderes van de kinderportretjes in het vrouwenkamp in Indonesië en daarbij werd verteld dat ze nog steeds portretten maakte van kinderen. Mijn moeder en grootmoeder gaven de opdracht om A. te portretteren. En zo kwam het dat Bep Eskes een paar keer bij mij op bezoek kwam om Aleid te portretteren terwijl die lief zat te spelen in haar kinderstoel. Bep vertelde ondertussen over haar artistieke relatie tot haar vaders werk. De beroemde vader die figuratief passé vond. Hoe verhoud je je als schilderes die figuratief schilderde tot je beroemde die een heel ander pad was ingeslagen. Daar gaat dit interview ook een over.

Aleid Elisabeth vG. bijna twee jaar oud, kleindochter van Marjolene Christine OdO-CT. Geportretteerd door Bep Eskes-Rietveld, december 1990. Het vestje van Aleid is gebreid door haar grootmoeder Jansje vG-Buren die ook in een indonesisch concetratiekamp werd geinterneerd evenals haar grootvader Willem Uruki vG
Marjolene Christine OdO - Cohen Tervaert 9 jaar oud. Pastel door Bep Eskes - Rietveld 1945 geschilderd in het concentratiekamp ...

Kite 22.09.2013 23:30

I'm an old man now, and a lonesome man in Kansas
but not afraid
to speak my lonesomeness in a car,
because not only my lonesomeness
it's Ours, all over America,
O tender fellows-
& spoken lonesomeness is Prophecy
in the moon 100 years ago or in
the middle

Nieuwe reacties

29.05 | 09:12

De complete CD Upstream of Hauschka and Rob Petit can be find on Spotify

26.07 | 14:31

fugimundi Over the Rainbow by Eric Vloeimans https://www.you...

04.10 | 20:21

Bellissima.....! Een pareltje dat ik vanavond ontdekte langs een progra...

08.08 | 23:34

in the rosy time of year, when the grass was down… making hay in th...